De biobased economy is een gegeven, zegt Frank van Noord, R&D directeur bij Suiker Unie. “Olie raakt op of wordt te duur. Je moet dus allerlei soorten biomassa beoordelen op specifieke toepassingen. Suikerbiet is een relatief gemakkelijk gewas met een hoge opbrengst biomassa per hectare. Het is een ‘drager’ voor de regio om echt met de biobased economy aan de slag te gaan. Het is niet de enige, maar wel een hele belangrijke.”

De toekomst wordt minder voorspelbaar als het suikerquotum verdwijnt, maar biedt wel nieuwe kansen, legt Van Noord uit. “Onze roots liggen in de voeding. Die sector kennen we en we doen mee met de innovaties daarbinnen. Samenwerken met andere ketens, zoals fijnchemie of biobrandstoffen, vraagt om nieuwe kennis. Wie zijn dat, wat doen ze precies, welke eisen stellen ze aan hun grondstoffen? Dat soort dingen verdiepen we ons in.”

Elkaar leren verstaan

“Dat doen we door nieuwe contacten te leggen en samenwerkingsverbanden op te zetten. Als iets technologisch kan, is dat leuk. Maar we zijn een productiebedrijf. Dus proberen we sector-overstijgend nieuwe business op te zetten. Chemie en agrofood moeten elkaar hiervoor eerst beter leren verstaan. Samen nieuwe businesscases verkennen, nieuwe business ontwikkelen, gekoppeld aan nieuwe technologieën. Dat doen we in consortia zoals Biobased Delta, maar ook in Rotterdam en in Noord-Nederland. Samen met andere bedrijven en kennisinstellingen.”

Marktomstandigheden

Een voorbeeld hiervan is een project dat Suiker Unie op initiatief van het Biorenewables Business Platform (BBP) heeft gedaan met regionale partners Cargill en Dow Benelux. Er is gekeken naar de mogelijkheid om uit suiker ethanol en vervolgens bio-ethyleen te halen. Normaal komt dat uit nafta, dus uit olie. Van Noord: “Een mooi project, maar onder het huidige quotum komt het niet uit. Dat kan straks veranderen. Juist in deze regio, waar de hele keten aanwezig is, is het belangrijk om dit soort dingen verder uit te zoeken en uit te bouwen.” Er zijn wel meer voorbeelden, geeft hij aan, maar die noemt hij niet vanwege concurrentieoverwegingen.

Goede voorwaarden scheppen

“Onderwijs, andere bedrijven en overheden zijn hard nodig om dit samen tot een succes te maken. Wij zien steeds meer global players. De internationale concurrentie is er. Als je wilt dat business in deze regio landt, moet je competitief zijn.” Van Noord noemt onder meer het hebben van een soepel vergunningenproces, goede locaties, subsidies en hoogwaardige kennis. “Daarvoor hebben we elkaar nodig, om er samen een succes van te maken. Dit kan prima in biorefinery clusters zoals Nieuw Prinsenland.”

“Er gebeurt veel. De biobased innovaties gaan snel en die hebben grondstoffen nodig.” Hoe de markt zich ontwikkelt, is lastig te voorspellen. Het quotum verdwijnt weliswaar, maar er zijn meer factoren. “Als de suikerprijs omhoog gaat, dan verandert het spel. Maar ik ben ervan overtuigd dat de biobased economy doorbreekt, alleen de snelheid waarmee is onduidelijk. Royal Cosun bouwt binnenkort bijvoorbeeld een nieuw researchcentrum voor biobased onderzoek. Een nieuwe grote fabriek zit er op korte termijn niet in. Een termijn van vijf tot tien jaar is realistischer.”