Comgoed verdiende een BioVoice-innovatiecontract met Cosun
Als er één veelzijdige plant groeit in Nederland, is dat wel de suikerbiet: grondstof voor de voedings- en chemische industrie, additieven, eiwitten, bioplastics en voor biogas uit de vergiste reststromen. Bij die laatste activiteit blijft er alleen nog digestaat over. Die is geschikt als duurzame veenvervanger in substraat (teeltmedia) voor de tuinbouw, als het aan Comgoed ligt.
Comgoed is leverancier van compost, biomassa, champost en reststoffen en schreef met dit idee in op de BioVoice challenge van suikerbietenverwerker Cosun Beet Company. Daarmee verdiende het bedrijf uit Dirksland (Zuid-Holland) een innovatiecontract met Cosun. Ook won Comgoed tijdens het BioVoice Match Event in oktober jl. de publieksprijs voor beste pitch: een jaar gratis lidmaatschap van de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom. “Dit is echt onverwacht”, zegt Comgoed-directeur Florus van der Paauw verheugd. “Wij zijn niet zo van de pitches en wedstrijden, we zijn meer doeners.”
Wat pitchte Comgoed?
Het idee van Comgoed voegt waarde toe aan digestaat en maakt daarmee de biogasproductie uit suikerbietenresten winstgevender. Digestaat werd tot nu toe namelijk vooral gebruikt als meststof. Dat levert niks op. Vaak moet er zelfs geld bij, omdat boeren en tuinders al genoeg aanbod hebben van dierlijke mest.
Maar digestaat kan tuinders helpen te verduurzamen; zij zijn vaak afhankelijk van substraat voor de efficiënte productie van voedselgewassen. Momenteel bestaat substraat voor het merendeel uit veen: deels onverteerde plantenresten met unieke eigenschappen voor het vasthouden van water en voedingsstoffen. De winning van veen heeft echter grote invloed op het landschap en veroorzaakt CO2-uitstoot. Het meeste veen wordt dan ook geïmporteerd: zo’n 6 miljoen kuub per jaar. Onlangs sloten de potgrondleveranciers een convenant met het Ministerie van LNV om het veengebruik verder terug te dringen.
Kinderschoenen
Wat komt er dan voor in de plaats? Kokos- of houtvezel, steenwol, compost of andere stoffen hebben heel andere eigenschappen. Digestaat zou een optie kunnen zijn. “Dat onderzoeken we nu”, zegt Van der Paauw. Hij voegt er meteen aan toe dat het maken van veenvervangers nog in de kinderschoenen staat.
“De uitdaging is dat het niet alleen gaat om enorme hoeveelheden, maar ook om een cultuurverandering. Tuinbouw is namelijk topsport en veen vormt daarvan de basis. Er worden zeer hoge eisen aan gesteld. We zullen dus eerst het vertrouwen van tuinders moeten winnen. We zijn nu bezig met tests en analyses om te voorkomen dat het digestaat nog resten bestrijdingsmiddelen en plantenziekten bevat.” De innovatievoucher van € 10.000 die Comgoed via BioVoice bij het innovatiecontract ontving, helpt daar zeker bij.
Alweer nieuwe ontwikkelingen
Comgoed hecht overigens veel waarde aan innovatie. Zo onderzoekt het bedrijf momenteel de mogelijkheden voor het hergebruik van substraat. Dat gebeurt deels al in de champignonteelt: na de oogst wordt de bovenlaag ‘van het substraat geveegd’ en hergebruikt. De mest daaronder gaat naar de akkerbouw. Een nieuwe activiteit is het recyclen van pootaarde in de aardbeienteelt: “Na de oogst nemen we de gebruikte aarde retour, die we bewerken, opwaarderen en aan de kwekers terugleveren. Het is een goed voorbeeld van hoe circulariteit ook in onze sector doordringt.”
Een geheel nieuwe activiteit van Comgoed is de ontwikkeling van een zogeheten ‘Greenboard fabriek’ in Oude-Tonge (Goeree-Overflakkee). “Daar kunnen we straks met vezels uit groene afvalstromen biobased platen persen, bijvoorbeeld voor de bouw- en meubelsector. We hebben inmiddels 8,5 hectare industriegrond aangekocht om die fabriek te bouwen en we streven ernaar in 2023 operationeel te zijn.”
Brontekst: Circular Biobased Delta (bewerkt)
Beeld: Comgoed