Biobased in de Amerstreek
Al bijna tien jaar werkt de regio West-brabant aan het ontwikkelen van een biobased economy. De Green Chemistry Campus en Nieuw Prinsenland zijn inmiddels vrij bekend. Maar ook in de Amerstreek zijn volop ontwikkelingen.
Al bijna tien jaar werkt de regio West-Brabant aan het ontwikkelen van een biobased economy. Langzaam maar zeker neemt de biobased bedrijvigheid toe. Nieuwe bedrijven vestigen zich en bestaande breiden uit. “Dat komt omdat hier de juiste ingrediënten aanwezig zijn”, zegt Leon Joore van Millvision.
Inmiddels vestigden zich sinds de opening in 2011 zestien bedrijven op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom. Maar er gebeurt meer in de regio. Ook in de Amerstreek gebeurt van alles.
Ideeën een stap verder brengen
“Ja”, glimlacht directeur Leon Joore van Millvision uit Raamsdonksveer. “In de Amerstreek proberen we de nieuwe ideeën een stap verder te brengen, richting echte producten.” Voor hem liggen een stuk biobased kunststof, versterkt met paprikavezels en zakjes en dozen op basis van allerlei vezelcombinaties. “Allemaal producten voor de verpakkingsindustrie of voor de bouw.”
Verdubbeld
Voor het ontwikkelen van nieuwe producten is vaak samenwerking met andere partijen nodig. En dat is nu precies wat er in de Biobased Delta steeds meer gebeurt, benadrukt Joore. “We weten elkaar steeds beter te vinden. Soms op eigen kracht, via bestaande netwerken en ook via de projecten die de Delta opzet. We zijn in twee jaar tijd verdubbeld naar acht medewerkers en we verwachten dat we op korte termijn nog eens verdubbelen. En het mooie is dat ons werk weer zorgt voor werk bij anderen.”
Innovaties concretiseren
Het bedrijf groeide uit zijn jasje in Raamsdonk. Joore zocht en vond een nieuw pand in Raamsdonksveer. Er komt een volledig toegerust lab, een showroom (in jargon: het natuurvezel applicatiecentrum) en er is ruimte voor de pilot papiermachine. Een uniek apparaat voor de Benelux waarmee Joore proefproducten maakt. “Wij maken de innovatie ook concreet. Dat doen we altijd samen met een partner.”
Klanten verleiden
“Die combinatie van lab en machine is voor ons zeer interessant”, zegt Jeff Thornton van Glycanex. Hij trok onlangs bij Millvision in. Het bedrijf ontwikkelt en produceert gemodificeerd zetmeel als groene en kosteneffectieve vervanger van chemische additieven in de papierindustrie. Een biobased vervanger zou dus kansrijk moeten zijn, maar hoe overtuig je de papierproducenten? Thornton: “Afnemers willen zekerheid voordat ze iets nieuws implementeren. Hier kunnen we veel sneller en beter testen doen. Het verkleint de kloof tussen idee en invoering.”
Concurrentiepositie verbeteren
De biobased ontwikkelingen in de Amerstreek worden steeds belangrijker, vindt Joore. “Er liggen plannen voor een Biopolymeren Applicatiecentrum voor het maken en testen van nieuwe producten. Het is een manier om klanten en financiers te overtuigen. Rodenburg in Oosterhout is daarbij betrokken. REWIN doet hiervoor nu een haalbaarheidsonderzoek en maakt een aanzet voor een businessmodel.”
Natuurvezels in verf
Joore doet steeds meer contacten op in de regio waarmee hij ‘iets kan’. Het toont aan dat er beweging zit in de biobased economy. Strikolith uit Raamsdonksveer past mede hierdoor natuurvezels toe in muurverf. Dat zorgt voor een betere structuur en een betere vloeiing. Zo verminderen we stap voor stap de chemische bestanddelen in de verf, maar helpen we ook mee aan het verbeteren van de concurrentiepositie van bedrijven en daarmee de regionale werkgelegenheid.”
Ontwikkeling
“De ontwikkeling die Millvision doormaakt past perfect in de biobased economy”, zegt Freek van den Heuvel van ontwikkelingsmaatschappij REWIN. “Bedrijven weten elkaar steeds beter te vinden en op diverse locaties in de delta werken ze aan nieuwe duurzame diensten of producten.” Hij verwijst naar het onlangs officieel gestarte Nova Lignum dat bouwmaterialen maakt uit stengels van aubergineplanten. “Een ontwikkeling die al bijna vier jaar geleden werd ingezet.” Het gaat om twee bedrijven die elkaar toevallig ontmoetten op een REWIN-bijeenkomst. Vraag (duurzame bouwmaterialen) en aanbod (sterke natuurvezels) kwamen daar bij elkaar.
Oliemannetjes
Van den Heuvel: “Natuurlijk is het vooral het succes van de ondernemers, maar wij zien onszelf graag als het oliemannetje dat partijen verbindt. We zijn zichtbaar aanwezig en in staat om potentiële samenwerkingen te signaleren en op weg te helpen.” Joore valt hem bij. Hij kwam in contact met Thornton dankzij het REWIN-project over biofunctionals in 2009. “Ik zie REWIN als de partij die de regie voert met innovatieprojecten rondom businesscases. En ze brengen bedrijven en kennisinstellingen bij elkaar. Mensen die elkaar niet kennen en zo nieuwe contacten en ideeën opdoen. REWIN speelt een rol bij het ontwikkelen van de toplocaties en ze zorgen voor een stukje operationele support bij vestiging dan wel uitbreiding.”
Joore : “Het is goed om te zien dat er nu zoveel gebeurt. De meeste productideeën halen het niet, om uiteenlopende redenen. Het is niet eenvoudig.” Van den Heuvel: “Daarom helpen wij om het goede ecosysteem te creëren met toplocaties en door innovatieclusters rondom een thema op te zetten.” Joore: “Jullie jagen ontwikkelingen aan, voeren vaak de regie en promoten de biobased economy. Dat is goed, kijk maar naar onze eigen ontwikkeling. Maar uiteindelijk moeten nieuwe producten wel op eigen benen kunnen staan.”