Drone inspecteert stoomketel Amercentrale

Dit is een nieuwsitem uit ons archief; afbeeldingen zijn weggelaten.

Op de Amercentrale van RWE Generation in Geertruidenberg is een onderhoudsinspectie uitgevoerd met behulp van een drone. “Veiliger, schoner, sneller en goedkoper”, zegt Ron Bisschops van RWE. “Een bewijs dat robottechnologie toegevoegde waarde heeft voor de gevestigde industrie in West-Brabant”, voegt Stefan van Seters van REWIN toe.

De stoomketel van eenheid 9 van de Amercentrale is een enorm gevaarte van ruim 80 meter hoog. Onderin wordt gemalen kolenstof in de ketel geblazen en verbrand. Daarboven hangen warmtewisselaars van twintig meter hoog. Dit is een buizensysteem dat zorgt voor de stoom waar uiteindelijk elektriciteit mee wordt gemaakt. Onlangs vonden medewerkers onderin de ketel metalen onderdelen. Het bleek een afgebroken steun van een stoompijp te zijn.

Abseilen
Om vast te kunnen stellen of de overige steunen nog in orde waren, was een inspectie nodig. Normaal gebeurt dat met ingehuurde abseilers die aan touwen in de ketel afdalen en meter voor meter, buis voor buis controleren. “Tijdsintensief, vies en niet ongevaarlijk”, zegt Bisschops.
Hij kwam op het spoor van RoNik Inspectioneering dat innovatieve robots inzet voor inspectiewerkzaamheden. Het bedrijf bleek een drone te bezitten met een speciaal ontwikkeld communicatieprotocol voor het vliegen in metalen constructies. Bovendien ‘hangt’ de drone in een soort raamwerk, waardoor het minder erg is als het toestel ergens tegenaan botst. Op bepaalde posities is er maar 65 centimeter ruimte tussen de stoompijpen. En het is er pikkedonker. Om te kunnen inspecteren heeft de drone onder meer verlichting en een camera aan boord.

Live beelden
De test vond plaats aan het begin van een geplande onderhoudsstop. Een bijkomend voordeel van het inzetten van een drone was dat de eigen RWE-inspecteurs live mee konden kijken met de 3D-beelden die de camera doorstuurde.
Bisschops: “Abseilers maken foto’s van verdachte plekken die de inspecteur dan later bekijkt.” Een ander pluspunt is de besturing. De piloot vliegt niet ‘op zicht’, maar vanaf een computerscherm. Hij hoeft dus niet per se het te inspecteren object in, maar kan vanaf buiten de drone besturen. “Zo wordt het nog veiliger gemaakt”, zegt Marien van den Hoek van RoNik.

drone inspectie Amer centrale
inspectie met drone Amer Centrale
Samen nieuwe combinaties maken
Bisschops is enthousiast over de resultaten. Ook zijn collega’s in Duitsland zijn geïnteresseerd en willen de details ontvangen. Toch is Bisschops kritisch over de inzet van de huidige generatie drones. “Als je echt het verschil wilt maken, dan moet een drone meer kunnen dan alleen een visuele inspectie. Bijvoorbeeld een wanddiktemeting op de stoompijpen. Want je wilt het erosieproces monitoren.” Wanddikte meten gebeurt met ultrasoontechniek. Hiervoor moet er contact zijn tussen het meetinstrument en het object. Stefan van Seters van REWIN: “De uitdaging is om nieuwe combinaties van bekende technieken te maken. In dit voorbeeld: hoe kunnen we ultrasooninspecties doen met een drone? Daarvoor is het belangrijk dat verschillende partijen samenwerken, kennis inbrengen en nieuwe mogelijkheden verkennen. Het nieuwe project ‘Smart Tooling’ faciliteert de samenwerking rond de ontwikkeling van prototypes van robots als slimme tool in het onderhoud. ‘Smart Tooling’ legt daarbij de focus op automatisering: door de ontwikkeling van prototypes van robots kan het onderhoud veiliger, goedkoper, schoner en efficiënter worden. Voor bedrijven die de robots daadwerkelijk willen doorontwikkelen kan REWINeen beroep doen op een potje dat hiervoor speciaal gereserveerd is bij het Interreg Vlaanderen – Nederland fonds.”


Markt
Van Seters: “Er zijn enkele honderden kolencentrales in Europa. Die moeten allemaal geïnspecteerd worden, net als leidingen en opslagtanks in de petrochemie. Er is dus zeker een markt voor dit soort robottoepassingen. RoNik laat zien dat je echt toegevoegde waarde kan leveren. En dat je tijd, geld en energie moet steken in de ontwikkeling en professionalisering, zoals in dat communicatieprotocol.” Bisschops: “Een drone die tegen hoge temperaturen kan, zou ook fijn zijn. Nu moeten we wachten tot de installatie is afgekoeld.” Met de gebruikte drone is het mogelijk om ongeveer een derde van de ketel te inspecteren. In het andere deel is er geen ruimte om te vliegen. Van den Hoek: “Er bestaan al mini-drones. Waarom zouden we die niet kunnen inzetten? Ik verwacht dat dit over enkele jaren best kan.”

De test van RoNik en RWE past uitstekend binnen de programmalijn High Tech Maintenance van West-Brabant. Van Seters: “Daarin werken we onder meer aan composietmaterialen en toepassingen met big data. Robottechnologie past in dat rijtje. Het is ook geen bedreiging, maar levert juist nieuw werk op. Kijk maar naar al die dronebedrijven en hun toeleveranciers. Van camera’s en andere sensoren tot speciaal ontwikkelde software. Er gebeurt al het nodige in de regio, onder meer op Aviolanda in Woensdrecht. Daar willen we een test- en demolocatie realiseren zodat we in open lucht kunnen vliegen.” Hij kijkt naar de Amercentrale 8, die uit gebruik is genomen. “Dat zou ook een ideale testlocatie zijn.”

Overigens bleken de overige steunen van de stoompijpen in de ketel in orde en zijn de afgebroken steunen netjes gerepareerd.

Dit artikel is gepubliceerd in BN DeStem van 10 september jl.

Meer weten over de programmalijn High Tech Maintenance, composieten en/of robottechnologie? Stefan van Seters vertelt u er graag meer over.

Aanmelden nieuwsbrief

Ik stem in met de privacy-voorwaarden en ontvang graag de

REWIN. Vol energie voor hardwerkend, ondernemend en innoverend West-Brabant