Europarlementariër van Miltenburg steunt dronesplannen
Europarlementariër Matthijs van Miltenburg over drones: “De Nederlandse overheid moet nu in actie komen, anders missen we de boot.”
Drones… het lijkt wel of iedereen ermee bezig is. Ook in West-Brabant en dan met name op en rond Woensdrecht. Innovatieve bedrijven willen er aan de slag met nieuwe toestellen en nieuwe toepassingen. Maar de wet- en regelgeving kan het tempo van de innovatieve dronessector niet bijbenen. Dat moet beter, vindt ook Europarlementariër Matthijs van Miltenburg. “De Nederlandse overheid moet nu in actie komen, anders missen we de boot.”
Tekst: Pieter Pulleman / Foto’s: Frans Jeroen van Oudheusden ( UAS BV )
Van Miltenburg (D66) bezocht afgelopen vrijdag Business Park Aviolanda Woensdrecht om zich voor te laten lichten over de laatste stand van zaken. De Europarlementariër heeft regionale ontwikkeling en transport in zijn portefeuille. “De technologie is mooi, maar als politicus ben ik vooral getriggerd door de toepassingen die bijdragen aan maatschappelijke doelstellingen. Als je drones bijvoorbeeld inzet voor precisielandbouw kun je wellicht toe met minder bestrijdingsmiddelen. Dat is goed voor het milieu. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden van nuttige dingen die je met drones kunt doen.”
Business en banen voor de regio
Stefan van Seters van regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN beaamt dat. “De kansen zitten enerzijds inderdaad in de dingen die je ermee kunt. Anderzijds zijn er kansen voor het lokale mkb. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van motoren of sensoren. En wat te denken van de dataverwerking? Daarvoor heb je specifieke software nodig. Dan heb je nog het ontwikkelen, bouwen en onderhouden van de toestellen zelf. Kortom, de spin-off is groot.” Tot slot zijn er nog de dienstverleners; de bedrijven die de toestellen besturen. “De wereldmarkt zal de komende enorm groeien en vele banen opleveren. Onze uitdaging is om een belangrijk deel daarvan te laten landen in de regio.”
Goede samenwerking op Woensdrecht
In bedrijfsverzamelgebouw De Pionier wordt Van Miltenburg geïnformeerd over de test-, training- en demonstratieactiviteiten met drones op BPA. Daarna brengt hij bezoeken aan ontwikkelaar en bouwer van onbemande luchtvaartuigen Aerobotica en onderwijsinstelling AM&TS . De Europarlementariër luistert er naar presentaties van regionale drones-ondernemers en gaat met hen in gesprek. Van Miltenburg daarover: “Er zijn hier veel kansen voor demo- en testfaciliteiten. Er is een goede samenwerking met de luchtverkeersleiding, en tussen de bedrijven onderling en er zijn faciliteiten en hangars.”
Veel toepassingsgebieden
Jarno de Jong van ingenieursbureau Geo-Infra doet uit de doeken waarom drones prima geschikt zijn voor het inmeten van land voor weg- en waterbouwprojecten (‘sneller, goedkoper, beter én veiliger’). Appie Vervaart van Dronevlucht vertelt daarna over de vele commerciële toepassingen die hij ziet voor onbemande vliegtuigen. “Maar ik zet ze vaak niet in, omdat het niet mag. Maar in mijn plaats zie ik vervolgens wel cowboys die het werk illegaal doen.” Het is een frustratie, want hij moet veel mooie opdrachten laten schieten.
Onduidelijkheid
Het voorbeeld van Vervaart geeft aan dat er veel onduidelijk is rondom de (de toepassing van de) Nederlandse wet- en regelgeving, zegt Rob van Nieuwland van branchevereniging DARPAS. Vorig jaar zomer zijn er weliswaar nieuwe regels voor het professioneel vliegen met drones ingevoerd, maar dat leidde niet direct tot afname van de illegale concurrenten, zegt hij. “Het knelpunt om die cowboys aan te pakken ligt (vooral) bij toezichthouder IL&T (Inspectie Leefomgeving en Transport) en de politie. De Nederlandse overheid interpreteert de luchtvaart regels op zo’n manier dat er veel niet mogelijk is, zeker als je dat met de ons omringende landen vergelijkt.”
Net over de grens
Walter Broeders van Unmanned Aviation Solutions nodigde Van Miltenburg uit voor het werkbezoek op Woensdrecht. De drones-ondernemer wil graag vliegen en zijn business uitbouwen, maar krijgt de ruimte niet in Nederland. Broeders: “Ik vlieg nu noodgedwongen net over de grens, in België en Duitsland. Daar is meer mogelijk.” Hij legt uit dat als zijn business dáár straks groeit, hij daar ook verder zijn bedrijf uitbouwt en Nederland dus de boot mist. Van Nieuwland vult aan: “De inspanning – financieel, maar ook qua uren – die je in Nederland moet leveren om gekwalificeerd te raken, is te groot.” Broeders: “De regels in Nederland sluiten niet aan bij de visie van Europa en belemmeren nu veel innovatieve start-ups. De beschikbare middelen gaan nu te vaak op aan papierwerk. Ik investeer liever in onderzoek en innovatieve oplossingen.”
Test- en demolocatie Woensdrecht
De bedrijfsbezoeken en presentaties laten zien dat er het nodige gebeurt op Woensdrecht waaronder diverse door REWIN geïniteerde innovatieprojecten zoals BERISUAS. Er zijn de afgelopen jaren diverse dronesbedrijven gevestigd op Aviolanda en in de regio. “En er is veel belangstelling van anderen. Dronesbouwers, toeleveranciers van camera’s en andere bedrijven tonen interesse in de ontwikkelingen op Aviolanda. Er ontstaan clustertjes van diverse partijen die samen dingen doen. En Avans werkt aan een aerospace minor waarin ook drones voorkomen”, zegt Van Seters van REWIN. Samen met bedrijven en onderwijs uit de regio probeert hij de demo- en testlocatie op Woensdrecht van de grond te krijgen.
Inspireren
Van Seters: “Er gebeurt veel in Nederland, maar niemand heeft de regie. In Frankrijk mag meer, gebeurt ook veel, en daarmee zoeken we nu de samenwerking. Want wat daar mag, moet hier ook kunnen.” Van Miltenburg: “Als actiepunt neem ik mee dat Nederland kan leren van wat er elders al gebeurt, zoals in Frankrijk en Engeland. Dat kan bijvoorbeeld doorkennisuitwisseling. We hebben nu nog 28 landen met ieder hun eigen regelgeving, in afwachting van één Europees kader. We kunnen ons laten inspireren door de Europese landen die het goed doen.”
Testlocaties zijn nodig
Van Miltenburg onderkent dat er nog het nodige moet gebeuren, met name ook om veilig te kunnen vliegen. Hij denkt aan een registratieplicht en een identity-chip die een toestel traceerbaar maakt. Maar ook aan detect and avoid-technologie, zodat drones zelf obstakels of no fly-zones herkennen en ontwijken. “Er is nog veel inzet op onderzoek en ontwikkeling nodig. Daar heb je testlocaties voor nodig en dat kan uitstekend hier in Woensdrecht en bijvoorbeeld ook in Twente.” Er is voor Woensdrecht geen reden om bang te zijn voor concurrentie, vindt hij. “We hebben het over een groeimarkt, die kan floreren op meerdere plekken.”
Druk op de ketel
Van Miltenburg: “Er is veel potentieel en enthousiasme in de markt. De regelgeving is een hobbel. Ondernemers willen duidelijkheid. Op Europees niveau, maar ook nationaal. We moeten nu het momentum pakken. Ik ga zorgen voor druk op de ketel bij de Europese Commissie en de Raad van Europese transportministers. In het Europees Parlement zijn we nauw betrokken bij de uitwerking van Europese regels. De problemen waar Nederlandse bedrijven mee worstelen, liggen voor een belangrijk deel op nationaal niveau. Ik neem daarom ook contact op met de fractie in de Tweede Kamer en met het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Uit allerlei studies blijkt dat het mkb een banenmotor is. Laten we de dronesector dan ook de ruimte geven die banen te creëren.”