Wij worden de Arabieren van de biobased economy
Ton Runneboom, directeur Biorenewables Business Platform
‘Wij worden de Arabieren van de biobased economy’
Het verdwijnen van het suikerquotum is ongelooflijk belangrijk voor Nederland en voor Zuidwest-Nederland in het bijzonder. Dat zegt Ton Runneboom van Biorenewables Business Platform (BBP). BBP initieerde het onderzoek van Deloitte en financierde het grotendeels. “Over tien, vijftien jaar kan hier een ontwikkeling plaatsvinden zoals bij Dow of SABIC.”
Nederland heeft nu ongeveer zeventig duizend hectare aan suikerbieten. Dat levert ongeveer een miljoen ton suiker op. Dit kunnen ongeveer honderdvijftig duizend hectare worden met een opbrengst van ruim twee miljoen ton suiker. Runneboom: “Dat vraagt om een enorme investering, van pakweg anderhalf miljard euro. Of je nu produceert voor de voedingsmiddelenindustrie of voor de chemie.”
Productie verschuift
Door het quotum produceert ieder land in Europa op dit moment zijn eigen suiker. Runneboom: “Maar op de Povlakte is dat 2,5 keer zo duur als in Noordwest-Europa. Als het quotum vervalt, zal dat dus verschuiven. Ieder land zal de gewassen verbouwen die het beste passen op zijn grond en bij zijn klimaat. De potentie zit ‘m in de oogstwaarde voor de boeren, want de suikerbiet is één van de beste gewassen om te telen. En het zal dus een enorme investering aanzwengelen.”
Selectief
Marktomstandigheden spelen een rol in de ontwikkelingen. “Je moet daarom selectief zijn. Suiker is een molecuul dat bestaat uit zuurstof en koolstof. Als je het voor een chemisch product gebruikt met zuur- en koolstofcomponenten dan heb je een goede kans dat je concurrerend bent. Dan heb je het vooral over zuren. Ga je bijvoorbeeld richting polyethyleen, dan ligt dat anders. Vanuit de chemie is er een enorme vraag. Als wij zeggen dat we de grondstof hebben, dan komt die industrie wel.”
Fundamenteel groot
De ontwikkelingen in de biobased economy bestaan tot nu toe veelal uit het upgraden van rest- en meststoffen. “Er gebeurt enorm veel goed werk, maar het is nog veel op kleine schaal. Wat we nu bij de kop hebben is fundamenteel groot. Wij zijn de Arabieren van de biobased economy als we de productie met één miljoen ton verhogen. Het zal een enorme hoeveelheid activiteiten in gang zetten. Over tien, vijftien jaar krijg je hier een ontwikkeling als bij Dow, of SABIC. Zo groot kan het worden. Maar, al die andere biobased activiteiten moeten ook gebeuren. Daarin is ook nog ruimte genoeg om te verbeteren.”
Presenteren op wereldschaal
De belangrijkste concurrenten voor Nederland zijn Brazilië, Thailand en het midwesten van Amerika. Nederland is volgens Runneboom de vierde vestigingsplaats van de suikerwereld. “Dat is geweldig. En daarin is West-Brabant een fantastische plek. We hebben het land, de kennis, de mensen, de fabriek in Dinteloord, de ligging in de Delta, de infrastructuur. Het vestigingsklimaat is er prima. Maar we moeten ons realiseren dat we ons op wereldschaal moeten presenteren. De competitie zit op wereldniveau, niet in Groningen. Je moet het niet regionaal aanpakken. Een boegbeeld dat de Biobased Delta op wereldniveau op de kaart kan zetten, is belangrijk.”
“Het is een geweldige uitdaging en een enorme kans. Ik heb met gedeputeerde Bert Pauli van Noord-Brabant hierover gesproken. Die ziet ook dat de potentie zo groot is dat dit goed aangepakt moet worden. Dat de provincie misschien hetzelfde moet doen als destijds rondom het opzetten van Brainport. En je moet Wageningen University erbij hebben. Die moet zich hier thuis voelen. En Cosun is natuurlijk een belangrijke trekker. Straks zegt iedereen ‘hier is de fermentatieindustrie’.”