BAC-deelproject PulseNed bijna klaar voor marktintroductie
Het begon met een Eureka-moment van uitvinder Cees Boons. Communiceren over het lichtnet voor alarmering- en beveiligingssystemen om geen nieuwe kabels te hoeven trekken in (vooral) monumentale gebouwen. Na bijna drie jaar ontwikkeltijd en het schrijven van circa veertigduizend softwareregels is het detectiesysteem klaar voor een grote praktijktest.
Het detectiesysteem is primair bedoeld voor monumentale panden omdat de eigenaar dan geen nieuwe leidingen hoeft te (laten) trekken. Iets dat sowieso moeilijk ligt, omdat er vrijwel niets mag op dat gebied. Ook voor grote publieksgebouwen waar alarmringssystemen belangrijk zijn, zoals ziekenhuizen of stations, is het een handig systeem, denkt directeur Jan Kees Boerman van projectpartner BSA. “Maar ook voor nieuwbouwwoningen. Ik denk dat we het op termijn kunnen integreren in bestekken voor nieuwbouw.
Stroomsignaal
Het ontwikkelen van het systeem vindt plaats in het BAC-deelproject PulseNed. Onder de naam BAC stimuleert REWIN samen met bedrijven en kennisinstellingen innovaties op het gebied van aviation maintenance. De drie partners in Pulsned zijn Buro Witteling (van bedenker van het concept Cees Boons), inInstallatiebedrijf Pals en BSA, een productontwikkelings- en engineeringbureau voor high-end hardware en software. Het idee is gebaseerd op de wet van Kirchhoff . Boerman: “Wij sturen een uniek stroomsignaal (pulse) over het lichtnet naar de meterkast. Daar komt een berekening aan te pas om een basissignaal uit een storing of uit ruis te halen. Een ingewikkeld verhaal. Dat stuk is ook gepatenteerd. Idee en techniek bij elkaar brengen en zoeken naar de juiste oplossing. Daar draait het om.”
Veertigduizend softwareregels
Maar idee en techniek bij elkaar brengen is niet zo eenvoudig, blijkt uit de ervaringen in dit innovatieproject. Boerman: “Het is een zaak van de lange adem voordat een idee zover is dat het marktrijp is. We zijn nu bijna drie jaar bezig. We schreven bijvoorbeeld veertigduizend softwareregels. Dat is best fors voor een detectiesysteem.” Cees Boons: “Ik ben blij dat het eindelijk zover is. Het hele traject heeft veel bloed, zweet en tranen gekost. BSA heeft er veel tijd inzitten en ik ben blij dat Jan-Kees heeft volgehouden en doorgezet. Dat is een pluim waard.”
Dynamisch ding
Boerman licht toe waarom het langer duurde dan verwacht. “Het lichtnet is een dynamisch ding, het is overal anders. Het is net een echte ‘samenleving’, waarin van alles gebeurt. Daar heb je niet altijd grip op en dat maakt het ontwikkeltraject lastig. Je moet de software zo schrijven dat je alle uitzonderingen vervat hebt. Het testen kost ook veel tijd. Daarnaast hebben we het opgeschaald van één pulsesysteem naar twee, naar vier, naar acht en zo een heel communicatieprotocol gebouwd.”
Praktijktest
Boerman: “Alles is nu klaar voor de praktijktest. De simulatietesten zijn gedaan. We hebben het in ons eigen gebouw getest op onze eigen groepen. Nu is het zaak om de acht communicatiesystemen in een gebouw te installeren.” Dat gaat zeer waarschijnlijk gebeuren bij een supermarkt in de regio én bij een gemeentehuis. Boons: “Je zoekt een situatie waarbij er veel gebeurt op de installatie.” De testen duren ieder vier weken.
Armatuur
In het project werd eerder al een armatuur ontwikkeld, de Pulseled. Dit is een armatuur (met led lampen)dat dankzij bewegingsdetectie oplicht en bij een calamiteit de vluchtroute kan aangeven. Het systeem was echter nog niet zo ver doorontwikkeld dat het armatuur kon worden aangesloten op het lichtnet om het signaal naar de meterkast te kunnen sturen, en van daaruit naar de alarmcentrale. In de praktijktest die de deelnemers nu opzetten, gebeurt dat wel. Tijdens de test genereert een medewerker handmatig een alarm door het omzetten van een schakelaar op een van de acht systemen. De alarmering wordt vervolgens gemeten in de meterkast en vastgelegd in een internetlog. Boerman: “De volgende fase is dan om de handmatige schakelaar te vervangen door detectie via de Pulseled-melders.”
Marktintroductie
Boerman: “Serieproductie is zeker iets dat komt. Het zal niet meer fout lopen. Misschien nog wat uitlopen, qua tijd. Dat kan. Eerst zal het prototype nog een keer door de revisie gaan, naar aanleiding van de praktijktest. Want het systeem moet erg robuust zijn.” Boons beseft dat er na de test nog voldoende werk wacht. “We moeten het product nog vormgeven, zodat het er een beetje leuk uitziet. En dan volgt nog de marktintroductie.” Er zijn al wel verkennende gesprekken geweest, geeft hij aan. Onder meer met een fabrikant van noodverlichting en met een Spaanse partij. Het is nog niet duidelijk waar de productie van de systemen gaat plaatsvinden. Boons: “BSA ligt voor de hand. Jan-Kees wil ook zijn investering terugverdienen. We moeten nu snel om de tafel om marketing en productie af te spreken.”
Verbindingsman van REWIN
Boerman legt uit dat zijn bedrijf tot 2008 veelal zelf nieuwe producten ontwikkelde. “Maar dat doen we niet meer. Tegenwoordig doen we het altijd in combinatie met een opdrachtgever, een investeerder of een subsidiebijdrage. Dit soort dingen helemaal uit eigen zak doen, is haast niet te doen.” De bijdrage vanuit het BAC-project was en is daarom zo belangrijk, zegt hij. “De samenwerking met en ondersteuning van REWIN was prima. Programmamanager Bert Klarus was de juiste verbindingsman tussen de drie projectdeelnemers. En zoals gezegd, was de subsidiebijdrage cruciaal. Ik ben blij dat we er samen een succes van kunnen maken, qua techniek, maar ook commercieel. Uiteindelijk is dat weer goed voor de regionale werkgelegenheid.”
Cees Boons gaat nog een stap verder als het om de bijdrage van REWIN gaat. Boons: “Zonder REWIN was dit zelfs nooit van de grond gekomen. Het was Stefan van Seters die de potentie van het basisidee zag en mij aanspoorde om er werk van te maken. Ik ben weliswaar de bedenker, maar zonder REWIN en de projectpartners waren we nu niet zover geweest.”
Meer informatie over BAC of PulseNed? Neem geheel vrijblijvend contact op met:
Bert Klarus
076 – 56 46 793 |