Ruim 3 ton kost het project "Internationale School Zuidwest-Nederland". Geld dat voor het merendeel uit het OP-Zuid subsidieprogramma komt. Het project beoogt de start van een internationale school voor primair en secundair onderwijs in Breda op 1 augustus 2010 en voert daartoe alle noodzakelijke acties uit op het gebied van huisvesting, onderwijsprogrammering, marketing en promotie, organisatie en samenwerking en exploitatie en fundraising. Met de komst van internationaal onderwijs in deze regio wordt een belemmering weggenomen in de acquisitie van internationale bedrijven en de vestiging van een levendige internationale community.

OP-Zuid staat voor Operationeel Programma Zuid-Nederland, een Europees Economisch Stimuleringsprogramma dat bestemd is om de economische structuur van Zuid-Nederland (Zeeland, Brabant, Limburg) te versterken en de werkgelegenheid te bevorderen. Dit gebeurt onder meer door enerzijds te investeren in kenniseconomie en innovatie, anderzijds door het vestigings- en verblijfklimaat te verbeteren. In totaal is hiervoor vanuit Europa 186 miljoen euro EFRO-subsidie beschikbaar gesteld. De deelnemende provincies Brabant, Zeeland en Limburg zullen samen met het Rijk, de negen GSB-steden en investeringen vanuit het bedrijfsleven hier nog eens zo’n 275 miljoen euro aan toevoegen, waardoor het totaalbedrag dat in projecten zal omgaan, zeker 480 miljoen euro zal zijn. Het OP-Zuid programma wordt uitgevoerd door Stimulus Programmamanagement.

Internationale topregio
Regionale acquisitieorganisaties als de BrIM en REWIN signaleren dat de beschikbaarheid van internationaal onderwijs en de aanwezigheid van een internationale community geldt als ¨¦¨¦n van de belangrijkste vestigingsfactoren voor zowel bedrijven als buitenlandse kenniswerkers en hun gezinnen. Het werven en vasthouden van deze doelgroep is van wezenlijk belang om het kennis, productie- en innovatieniveau in stand te houden. Het bieden van een dergelijke onderwijsfaciliteit is voor een regio die zich als internationale toplocatie wil profileren dan ook een essentiële voorwaarde.

De zogenaamde ‘expats’ in Zuidwest-Nederland zijn nu genoodzaakt voor internationaal onderwijs een beroep te doen op scholen in Antwerpen, Rotterdam of Eindhoven, waardoor zij eerder geneigd zijn zich in een van deze steden te vestigen en voor hun werk op en neer te reizen.

De verwachting is dat met de komst van internationaal onderwijs in deze regio een groter aantal internationale bedrijven en kenniswerkers zich hier zullen vestigen, wat de economische ontwikkeling een sterke impuls zal geven.